Lang voordat Wubbo Ockels en André Kuipers het heelal in werden geslingerd, genoot half Artis al van ruimtepret in uitjes rond onze planeet. In 1947 beten fruitvliegjes de spits af, in 1949 gevolgd door Albert 1 en Albert 2. Twee Amerikaanse chimpansees, wel in voor een verzetje. De fruitvliegjes kwamen heelhuids terug, maar voor de apen was het helaas de laatste reis.
In 1951 had hun neefje Albert 6, iets meer geluk. Deze ruimteaap kwam na een kort uitstapje met een V2 levend op aarde terug keerde. Maar anders dan Wubbo en André heeft hij slechts slechts kort van zijn roem kunnen genieten. Twee uur later legde ook hij net als zijn eerdere collegae, het loodje. De elf muizen die met hem meevlogen, voelden zich na terugkomst gelukkig blijvend kiplekker.
In 1959 hadden de eerste vrouwelijke zoogdieren in space meer succes. Able en Baker twee meisjes aapjes suisden negen minuten gewichtloos door de ruimte en landden veilig op aarde. Able was echter geen blijvertje. Vier dagen na haar ruimtevlucht ging zij alsnog enkele reis hemelwaarts. Haar collega Baker leefde nog tot 29 november 1984 in het US Space & Rocket Center in Huntsville, Alabama.
Het eerste dier dat echt in space vertoefde, was het Russische hondje Laika. In 1957 belandde deze viervoeter in een baan rond de aarde, waar hij nog steeds rondsuist. In 1960 kwamen zijn collegae Bjelka en Strelka wel braaf terug naar hun Russische baasje. Waarna de Amerikaanse Chimpansee Ham (Amerika) de eerste was die al tijdens de vlucht opdrachten uitvoerde.
In 1954 volgde onze eigen diersoort in de persoon van de Vlaams/Waalse journalist Kuifje. Samen met professor Zonnebloem en Bobby betrad hij als eerste ons naaste hemellichaam . Een kunstje dat pas in 1969 geëvenaard zou worden door de Amerikaan Neil Armstrong.