Op 14 september 2015 blijken onze door aardbevingen geteisterde noordelijke veenkoloniën de dupe geweest te zijn van een ruimtebeving. Een hemelse tsunami die 1,3 miljard jaar geleden ontstond toen twee joekels van zwarte gaten, bodemloze putten waar niets in zit, elkaar tegenkwamen in het oneindige, dat ook al uit niets bestaat.
Deze hemelse tsunami heet in de natuurkunde gravitatiegolf en dankt zijn ontstaan aan het standaardmodel, de Koran van de natuurwetenschap. Dat model leert dat het heel en al voor 95% uit donkere materie en donkere energie bestaat. In die enorme leegte, die met een snelheid van 300.000 kilometer per seconde naar alle kanten uit lubbert, dobbert een handjevol moleculen, de hemellichamen en alles wat daarop zit. Op de hielen gezeten door exotica als zwarte gaten.
Indachtig de Griekse filosoof Heraclitus beweegt alles, en dus ook het niets. Daarop voortbordurend meende Einstein in 1916, dat ook het hemelse niets beweegt in de vorm van zwaartekrachtgolven. En die blijken nu te ontstaan wanneer twee zwarte gaten elkaar ontmoeten. Dat zijn overigens zeer merkwaardige gaten. Om te beginnen zijn ze niet zwart, maar dankzij de kwantummechanica wit. Verder zijn het kannibalen. Ze vreten niet alleen in science fictiefilms hele sterren en planeten op, maar in het echt ook elkaar. Ruim een miljard jaar geleden betrof het twee reusachtige zwart gaten, elk het restant van een zon die ruim dertig keer groter was dan ons eigen vertrouwde hemellichaam. Heel veel niets, dat na deze dramatische aanvaring in het onverzadigbare niets verdween. Sneu als je er de dupe van bent, maar, chapeau, heel knap om die klap, die maar twee tiende van een seconde duurde na 1,3 miljard jaar hier op aarde te meten.
De natuurkundigen die de eerdere wiskundige berekeningen van Einstein c.s. proefondervindelijk bewezen, waren te vinden bij de Caltech, de universiteit van Californië en het onderzoeksinstituut LIGO, de Interferometer Gravitational-Wave Observatory in het Californische Livingstone. Een succesje dat meteen tot jaloezie leidde bij het FERMI-laboratorium aan de oostkant van de USA. Dat liet weten dat er een paar seconden later dan de eerder genoemde 1,3 miljard jaar in dezelfde uithoek van het zwerk een enorme explosie van gammastraling plaats vond. Voor dat fenomeen is er, aldus het FERMI dan nu ook eindelijk een wetenschappelijke verklaring. Een claim die overigens niet veel verder kwam dan een simpel persbericht, waarmee Fermi op het succes van LIGO mee probeert te liften.
FERMI moest wel, want het mist in de moordende concurrentieslag in de science-industrie al langer de boot. In 2012 ging CERN, de grote Europese concurrent in Geneve strijken met het Higgsdeeltje. Ook al een hele prestatie, want in één kilo Higgs zitten ongeveer 8 tot de macht 35 deeltjes. Ze zijn dus aan de kleine kant en worden ook wel ‘Godsdeeltjes” genoemd, want hoe klein ze ook zijn, ze worden er van verdacht massa en energie, zeg zin, te geven aan alle andere subatomaire deeltjes in het circus van de natuurkunde. Helaas zitten al die Higgsdeeltjes niet op een kluitje en vergde het zes miljard om er eentje in minder dan een fractie van een seconde waar te nemen.
Maar bingo is bingo! Een Nobelprijs voor Higgs en CERN en de poedelprijs voor FERMI die in 2012 per persbericht liet weten dat er waarschijnlijk nog veel meer andere Higgsdeeltjes bestaan dan dat bij CERN in Geneve. Een jij-bak, in een poging om in de eredivisie van de steeds meer miljarden vergende science-industry te blijven. De versneller, het vergrootglas waarmee CERN Higgs betrapte kostte ruim 6 miljard Euro. En al voordat het zijn kunstje deed werd er gelobbyd voor een nieuw Europees apparaat van 22 miljard. Alle natuurkundige laboratoria willen graag een stukje van de cake. Dat verklaart de broodnijd, die zich ook bij FERMI manifesteerde toen LIGO, de Interferometer Gravitational-Wave Observatory in het Californische Livingstone op de proppen kwam met de ontdekking van zijn zwaartekrachtgolf.
Gelukkig hebben ze in onze noordelijke veenkoloniën minder last van LIGO, FFERMI en CERN dan van de NAM. Geen scheuren in het behang als de hemelse tsunami weer eens toeslaat. Want het effect daarvan is te vergelijken met dat van een extra druppel water op het peil van het IJsselmeer tijdens een ziedende zuidwester.