PURE VRUCHTBAARHEID

De maand februari is erotischer getint dan je op het eerste gezicht zou denken In Vlaanderen hebben ze dat haarscherp in de gaten, getuige het gevleugelde Vlaamse gezegde: ‘Op twee februari is geen vrouwtje zo arm, of ze maakt met Lichtmis haar pannetje warm’. Het gaat hier over een koekenpan en dus pannenkoeken. Twee februari is nationale pannenkoekendag. En op die dag staan onze zuiderburen door het bakken van pannenkoeken stil bij de seksuele aberraties van de heilige maagd Maria.

Op dezelfde datum viert ook de Kelt, de Germaan, de Jood en de Romein al eeuwenlang de vruchtbaarheid van het nakende voorjaar. Bij de oude rooms-katholiek betrof het de Purificatio Mariae. Maria wordt, ondanks het gegeven dat ze een onbevlekte maagd was steeds 40 dagen na de kerst voor alle zekerheid gezuiverd. Deze opmerkelijke purificatie wordt ook wel het Vierde Blijde Mysterie van de Rozenkrans genoemd.

Voormalige Kelten vieren op dezelfde dag een lichtmis, die in het Keltisch Imbolc heet. Centraal staat daarbij op de godin Brigit, ook wel bekend als de Maria van de Kelten. Brigit was onder andere belast met de vruchtbaarheid, en bundelde de wicca, het heksendom, met het christendom. En om onze Duitse vrienden niet over te slaan: de Germaan mocht zich graag bij het einde van de winterslaap in berehuiden gehuld vergrijpen aan jonge maagden.

Aanvankelijk werd de purificatie van de Roomse Maria op 14 februari gevierd, 40 dagen na de geboorte van de kleine Jezus. Deze datum werd enige eeuwen kerkelijk geagendeerd op 6 januari, maar werd verschoven naar 25 december. Het jaar min één promoveerde zodoende tot het nieuwe jaar één, want het getal nul werd pas in 628 ontdekt door de Indiase wiskundige Brahmagupta. De Christelijke jaartelling start in het jaar één.

De antedatering van de geboorte van haar zoon met vijf dagen, had ook gevolgen voor het zuiveren van de heilige maagd Maria. Want dat moest precies 40 dagen na de geboorte van Jezus gebeuren. De Purificatio Mariae, staat derhalve op 2 februari in de Roomse kalender. Een datum die, zoals al gezegd, door de moderne Vlaamse gelovige met het bakken van pannenkoeken wordt gevierd. De Fransen doen dat ook. Maar daar wordt de eerste gebakken pannenkoek opgevuld met een handje kleingeld. en bovenop de keukenkast bewaard. En een jaar na datum wordt hij liefdevol cadeau gedaan aan een hongerige bedelaar.

Afgaande op circumstantial evidence had 17 april van het jaar zes voor Chr. overigens meer voor de hand gelegen als geboortejaar voor de zoon Gods. Volgens fanate sterrenwichelaars liet de kleine Jezus op die 17e april precies om elf uur ’s-ochtends zijn eerste boertje. Maar de Roomse kerk houdt het er liever op dat de kleine Jezus het levenslicht zag op 25 december van een toen nog onbestaanbaar jaar.

Het Vlaamse gebruik om op 2 februari chronisch te purificeren door middel van pannenkoeken is mede te danken aan de Lupercalia. Dat was een wild festijn waarbij Romeinse priesters zich ter ere van de godheid Luparcus, ook wel bekend als Faunus of Pan, woest te buiten gingen aan losbandige orgieën en tomeloze seks. Want ook in het oude Rome moest er in februari worden gepurificeerd.

De feestelijkheden startten in de Lupercal, de grot waar de tweeling Romulus en Remus op 21 april 753 v. Chr. Rome gesticht zouden hebben en eindigden op straat, na een rijk gealcoholiseerd plengoffer van geiten en honden. Na tafel gingen de Lupercali priesters lazarus en naakt in Rome op vrouwenjacht. Het was de bedoeling om Boze geesten en onvruchtbaarheid te bezweren.

Het idee om deze feestelijke plechtigheid ontkleed te beleven vond, aldus de Romeinse schrijver Ovidius zijn oorsprong in een incident dat de Griekse god van de wellust, Faunus, eerder te verwerken kreeg.

Hij verhaalt hoe de Griekse held Hercules en de beeldschone koningin Omphale de liefde bedreven in een grot om daar na de daad even een uiltje te knappen. Faunus, die een oogje had op Omphale, zag wel iets in een wipje met de slapende jonge vrouw. Maar hij had niet in de gaten dat de geliefden hun kleding bij wijze van geintje hadden omgeruild. Faunus besprong abusievelijk Hercules, die daar niet van gediend was. Hercules sloeg de snoodaard buiten westen. Om zulke tegenvallers in de toekomst te voorkomen gebood Faunus dat priesters zijn erediensten slechts naakt mochten beoefenen.

Dit leidde er toe dat de feestvierende priesters bij de Lupercalia zonder toga door de straten van Rome achter de vrouwtjes aangingen. Het is niet zeker of de Romeinse dames in kwestie hier op zaten te wachten.

Het hoofddoel van dit Romeinse februari festijn was een eerbetoon aan Februus, de God van de purificatie en van de Onderwereld en de naamgever van de maand februari. Een soort grote schoonmaak, voordat het nieuwe Romeinse jaar in maart begon.

De Romeinen werden rooms en in 496 na Christus verplaatste de Afrikaanse Paus Gelasius de Lupercalia naar 14 februari. Het draaiboek werd gekuist en de god Lupercal werd uit de serie geschreven en uiteindelijk vervangen door een Roomse priester Valentijn, die ooit op 14 februari werd onthoofd, omdat hij de liefde bedreef met een Romeins meisje.

De eerwaarde Valentijn stuurde zijn liefje netjes een afscheidsbriefje, ondertekend met ‘jouw Valentijn’. En zo ontstond volgens sommige bronnen de huidige Valentijnsdag.

Naast de pannenkoeken van twee februari bepalen Valentijnskaarten nu nog steeds op 14 februari onze hang naar pure vruchtbaarheid.

In de horeca zeggen ze dan, geniet er maar van.