Om een engelachtig stemmetje te behouden werden er gedurende de zestiende en zeventiende eeuw gemiddeld 4000 Italiaanse jongens per jaar gedeballoteerd om vervolgens als castraat door het leven te gaan.
Hun ouders hoopten dat ze aldus operazanger en rijk konden worden.
Slechts één procent van de castraten haalde de opera. De rest bleef in het kerkkoor hangen.